Soms vragen opdrachtgevers om een voorbeeldtekst. Omdat een goede tekst op een opdrachtgever én zijn/haar doelgroep is afgestemd, ben ik daar niet altijd een voorstander van (wel van een proeftekst op maat).
Er is één tekst die ik altijd stuur als iemand om een voorbeeld vraagt en dat is deze. Hij verscheen eerder op het helaas ondertussen ter ziele gegane Nummer van de Dag.
Het is zaterdag 8 september 2012, vroeg in de avond. Ik zit boven een beetje te werken terwijl mijn vriendin onze hond Iggy uitlaat. De deurbel gaat en ik ga naar beneden. Nog voor ik beneden ben gaat de deurbel nog een keer, en langer dan de eerste keer. Even vermoed ik een overijverige huis-aan-huisverkoper of een Jehova’s getuige van het hardnekkige soort. Ik roep nog: “Rustig, ik kom eraan!”
“Je moet echt nú meekomen naar het park”, hoor ik een man hijgend achter de nog gesloten voordeur zeggen. “Er is iets met je hond gebeurd. Je vriendin heeft me gevraagd om je te halen.”
Ik weet meteen dat het serieus is. Ik pak mijn fiets en trap zo hard ik kan richting het vlakbij gelegen park. Halverwege de straat komt mijn vriendin me al tegemoet met Iggy in haar armen. “Hij is dood!”, roept ze huilend.
Wat er daarna allemaal gebeurt weet ik niet precies meer. Ik gooi mijn fiets neer en neem Iggy van haar over. Ik controleer nog zeker 10 keer of het wel echt zo is. Klopt zijn hart niet nog een beetje? Is hij niet gewoon flauwgevallen? Ik geloof dat ik instort. Mijn maatje is toch niet dood? Hij is pas 10 maanden oud!
Helaas is het echt waar, Iggy is dood. Hij heeft een hartaanval gehad in het park. Bij de ingang van het park speelt hij met een hond. Als mijn vriendin na een tijdje doorloopt, loopt hij mee en gaat even verderop op zijn rug liggen. Ze denkt dat hij op zijn borst geaaid wil worden, dat vindt-ie fijn. Maar als ze gehurkt bij hem zit ziet ze dat het foute boel is. Hij geeft over, draait zijn ogen weg en lijkt te stikken. Het gebeurt allemaal in een paar seconden.
Ondertussen sta ik met Iggy in mijn armen op straat. Een vriend die toevallig in de buurt is vraagt me wat er aan de hand is, maar ik kom niet uit mijn woorden. Alleen maar tranen. Honderden tranen. Ik besluit naar huis te lopen. Iggy ligt op zijn kleedje midden in de huiskamer en ik aai hem. Weer voel en luister ik of zijn hartje niet toch stiekem nog klopt. Iggy is echt dood.
Muziek biedt troost als je die het hardst nodig hebt. De eerste bij wie ik troost zoek is Led Zeppelin. Bij ‘Since I’ve Been Loving You’ om precies te zijn. Ik loop naar de platenkast en pak ‘Led Zeppelin III’.
Ik draai m’n versterker naar 10, nee 11. Hij mag nog wel wat harder eigenlijk. Iggy, mijn vriendin en ik zijn even met z’n drieën alleen en daar hebben we muziek op vol volume bij nodig. Dat de balkondeur en ramen vanwege het lekkere weer gewoon openstaan doet nu niet ter zake. Fuck de buren maar even.
‘Since I’ve Been Loving You’ begint met een rustige solo. Het Ludwig Speedking pedaal van mijn favoriete houthakker John Bonham piept zachtjes door de noten die Jimmy Page de huiskamer inslingert. Bassist John Paul Jones legt op zijn gemak de fundamenten voor wat nog komen gaat.
“Working from seven to eleven every night…” zingt Robert Plant als het nummer op gang komt.
“Lord, yeah, that ain’t right… no no… Since I’ve Been Loving You, I’m about to lose my worried mind”
Op dit moment lijken deze woorden voor mij alleen geschreven. En de hartverscheurende solo die Page zometeen zijn gitaar uitperst nog meer.
“Said I’ve been crying, yeah, oh my tears they fell like rain,
Don’t you hear them, Don’t you hear them falling,
Don’t you hear them, Don’t you hear them falling.”
Nog steeds zit ik bij Iggy. Tranen met tuiten. En kippenvel. Langzaam dringt het tot me door dat het waar is. Godverdomme, mijn beste vriend komt nooit meer terug.
Iggy (8 november 2011 – 8 september 2012)
The post Het beste dat ik ooit schreef appeared first on Goggleboy.